Een toetsenbord is geen toetsenbord

Een toetsenbord is een toetsenbord is een toetsenbord. Of niet? Jeff Atwood, een vrij bekende softwareontwikkelaar, bedacht het CODE-keyboard omdat er naar zijn mening geen mooi en goed mechanisch keyboard was. Dat toetsenbord kost omgerekend 130 euro. Wat! zegt u dan, is er iets mis met mijn toetsenbord dat ik veertien jaar geleden gratis voor niks bij mijn HP Pavillion kreeg? Jazeker. Goedkope toetsenborden hebben rubber dopjes onder de toetsen en puristen vinden dat maar niks. En die platte keyboards zoals van Apple, of die op je laptop zitten, die zijn ook niet goed. Ik wilde dus ook zo’n moeilijk duur toetsenbord, maar welke? Dat blijkt een kwestie te zijn van welk mechaniek je in je machientje wil hebben. Bijna elk mechanisch toetsenbord heeft Cherry MX schakelaars onder de toetsen. Die komen in allerlei kleuren, zoals blauw, rood of zwart en de kleur bepaalt hoe het knopje beweegt. Heel geleidelijk of stug of met extra veel herrie. Want herrie komt er vanaf, en als je denkt hoeveel dan, nou, veel. Ik heb gisteren een Ducky Zero DK2108 gekocht met Cherry MX Brown switches. Zoals de kleur suggereert een mengsel van features voor de besluiteloze man. Het ding weegt anderhalve kilo, mijn collega’s moeten oordoppen in, maar het tiept als roomboter. En als je de hele dag niets anders doet, is 90 euro voor een apparaat dat 50 miljoen klappen kan verdragen een koopje, toch!

Update: ik heb inmiddels ook een zelfde toetsenbord met Cherry MX Blue switches. Dat tiept zwaarder en het geluid draagt onder ideale weersomstandigheden tot aan de Poolse grens. Mijn vriendin heeft de Browns mee naar haar werk en bericht zojuist “Ik hou het toetsenbord” — ze bedoelt natuurlijk “Ik hou van”, maar het is altijd even wennen, een nieuw toetsenbord.